Behandeling Omgevingsvisie gestart met inspreekronde

De eerste vergadering van de commissie Openbare Ruimte over de ontwerp-Omgevingsvisie De Bilt werd op 21 maart onder voorzitterschap van gemeenteraadslid Bart-Jan Wielinga vormgegeven door zeven insprekers. Na hun inbreng schorste de voorzitter de vergadering tot een nader moment. 

Als eerste krijgt Douwe Tijsma, specialist op het gebied van erfgoed en monumenten, het woord. Of de omgevingsvisie een flutstuk is beantwoordt hij met een volmondig ja. ‘De gemeente De Bilt moet voor kwaliteit staan en dit stuk beter maken.’ Tijsma doet zijn verhaal aan de hand van een beeldpresentatie. Hij mist het gedeelte van Lage Vuursche dat bij De Bilt hoort. Op zijn ingediende zienswijze wordt niet gereageerd. ‘Veel levende vragen zijn niet beantwoord schrijft de gemeente. Welke vragen zijn dat?’ Tijsma concludeert dat de raad dit stuk op dit moment niet zou moeten vaststellen. Jeffrey Rundberg, voorzitter van Wijkvereniging Vogelzang wil de ervaringen met het proces delen. ‘De gemeente vindt het belangrijk dat omgevingsvisie breed gedragen wordt. Daarom werd op drie bijeenkomsten van de Maand van de Leefomgeving gevraagd om middels participatie aan te geven wat inwoners belangrijk vinden. In de praktijk bestond dit uit een enkele gebiedsconferentie waarbij onduidelijk was wat het onderwerp was. De verslagen zijn eenzijdig, kort en erg laat verstrekt. De participatie is als teleurstellend ervaren.’ Rundberg vraagt wat de gemeente met de opmerkingen heeft gedaan en hoe die verwerkt zijn. ’Wij ervaren niet dat onze opmerkingen zijn meegenomen.’ Hij verzoekt de ontwerp-Omgevingsvisie nu niet vast te stellen. 

Participatie

Patrick Greeven spreekt in aan de hand van een powerpointpresentatie namens IVN De Bilt en de Stichting Milieuzorg Zeist. Hij vertelt ook bij andere gemeenten bij de omgevingsvisie betrokken geweest te zijn en daar De Bilt als voorbeeld heeft gegeven. ‘De Bilt is uniek omdat met vier vergezichten is gewerkt. Regionaal, lokaal, lage en hoge dynamiek. Gevraagd werd hoe iedereen erover dacht en tegelijkertijd parallel een plan Mer (Milieueffectrapportage). Ik heb daarbij gezegd, zo zou je het kunnen doen als je ook de participatie meeneemt.’ Greeven zegt altijd denk globaal, handel lokaal. Hij concludeert: ‘Complimenten voor de wijze van aanpak. De Bilt natuurinclusief.’ Maarten Guelen, penningmeester van de Bewonersvereniging Bilhoven Noord constateert dat vragen uit de ingediende zienswijze maar voor de helft zijn beantwoord. Hij mist de mobiliteitsvisie die niet is verwerkt. Van de vierde route van Schiphol wordt gezegd dat die niet in ons gebied ligt maar het wordt wel gemerkt. Er zijn ook vragen gesteld over gevaarlijke stoffen. Guelen noemt de tekst per kern marginaal. Hij vraag aandacht voor de gevolgen van alle bouwplannen die in de gemeente in voorbereiding zijn, mobiliteit en verkeer. 

Brandbrief

Ina Duthler voert het woord namens het platform van samenwerkende bewonersorganisaties en zegt onder meer: ‘Ik sta hier voor u namens het platform van samenwerkende bewonersorganisaties. De reden dat hier niet veel insprekers staan vanavond, is verwoord in de brandbrief participatie over de Omgevingsvisie. Vanuit één van de ondertekenaars kreeg ik dit bericht: een inspraakreactie gaat wederom genegeerd worden, het geeft bepaalde raadsleden een podium om onze brandbrief te ondermijnen. Wij hebben besloten om niet te komen inspreken. Niet alleen in uw raad stappen mensen om gezondheidsklachten eruit, maar ook in de bewonersorganisaties is dit gaande. Ze stoppen er mee vanwege gezondheidsklachten, stress, je moet permanent op je hoede zijn. Het is niet alleen voor sommige raadsleden een onveilige en onprettige werksfeer, het is ook voor inwoners niet veilig en prettig om hier in te spreken. Ik heb op een dag als deze waarop je voor je plezier je bijdrage zou moeten schrijven, ook buikpijn en stress, je zult wel weer weggezet worden als de bewoner uit Bilthoven Noord, hier valt voor mij zowel op ambtelijk als op politiek niveau geen eer aan te behalen’. Zij zegt geen behoefte te hebben om verdere vragen te beantwoorden.

Slagenlandschap

Frans Poot spreekt als voorzitter van de Stichting Brigida. ‘Het doel van de stichting Brigida is het beschermen van het cultuurhistorisch erfgoed aan de westzijde van de gemeente.’ Het baart de stichting zorgen dat de ingediende zienswijze over het coulisselandschap niet is overgenomen. De stichting wil het open slagenlandschap behouden in het overgangsgebied tussen heuvelrug en polderland met de dorpen Groenekan, Westbroek, Hollandsche Rading en Maartensdijk. Elk met hun eigen identiteit, maar verbonden door een open en uniek landschap waarin bijzondere natuurverschijnselen voorkomen als zodden en trilvenen en waar cultuuruitingen als de fortenlinie een bijzondere status hebben. Frans Poot vraagt voor dit gebied het coulisselandschap uit de visie te halen. 

Voetgangers

Johan L’Honoré Naber is penningmeester van Wijkraad De Leijen. Hij belicht drie punten: Voetgangersontsluitingswegen, hoofdroutes voor voetgangers: ‘Voetgangersroutes, goede voorzieningen worden steeds belangrijker. We herkennen talrijke groepen zoals ouderen, jongeren, voetgangers met een beperking, met een hulpmiddel bv. rollator of kinderwagen etc. We willen de auto zoveel mogelijk laten staan, we gaan lopen! Hoe wordt daar aandacht aan besteed in de ontwerp- omgevingsvisie’? Hij wil weten hoe dit in de omgevingsvisie komt. Over cultuurhistorische zichtlijnen met eeuwenoude bomenrijen zegt hij: ‘Het beeld van de gemeente wordt door deze bijzondere bomen op meerdere plaatsen bepaald. Hoe wordt dit geborgd in de omgevingsvisie.’ Over de beantwoording van ingediende zienswijzen zegt hij: ‘Bij door mij ingebrachte punten worden voorbeelden gegeven. Het antwoord of er al dan niet een visie is op strategisch niveau, gerelateerd aan de ontwerp-Omgevingsvisie komt niet. De reactie van de gemeente mist de kern en zit op tactisch niveau. Een kans dat de visie kan worden aangepast wordt gemist.’

[door Guus Geebel]